
Jurisprudentie
AY1118
Datum uitspraak2006-06-26
Datum gepubliceerd2006-07-06
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Dordrecht
Zaaknummers179834 VV 06-13
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Datum gepubliceerd2006-07-06
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Dordrecht
Zaaknummers179834 VV 06-13
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Indicatie
Werkneemster vraagt in kort geding weder te werkstelling en doorbetaling van loon, na gegeven ontslag op staande voet. Feitelijk: werkneemster heeft zich gedurende geruime tijd veelvuldig verslapen, waarvoor zij herhaaldelijk is gewaarschuwd door werkgever. Werkneemster heeft psychische problemen en heeft slaapprobelem. Zij is onder behandeling van een psychiater/psycholoog. Gelet op het onderliggende feitencomplex is de vordering in kort geding toegewezen. Gelijktijdig met het kort geding is behandeld een voorwaardelijk ontbindingsverzoek van de werkgever. Dat verzoek is afgewezen, deels omdat het - kort gezegd - gebaseerd is op hetzelfde feitencomplex als dat in kort geding een rol speelt.
Opmerking: onlangs werd de arbeidsovereenkomst toch ontbonden tegen 1 oktober 2006, met een vergoeding van € 22.000,--, bruto. Partijen kwamen in die (minnelijke) procedure tot de conclusie dat zij een dermate verschil van inzicht hadden in de uit te voeren werkzaamheden, dat voortzetting van het dienstverband niet mogelijk was.
Uitspraak
RECHTBANK DORDRECHT
Sector kanton
Locatie Oud-Beijerland
kenmerk: 179834 VV 06-13
vonnis in kort geding van de kantonrechter te Oud-Beijerland van 26 juni 2006
in de zaak van:
[eiseres], wonende te [woonplaats], eiseres, gemachtigde mr. M.Blom, jurist bij FNV Bondgenoten
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KONI BV, gevestigd te Oud-Beijerland, gedaagde, gemachtigde mr. G.Bloem, advocaat te ’s-Gravenhage.
Partijen worden aangeduid als [eiseres] en Koni
Verloop van de procedure
De kantonrechter wijst vonnis op de volgende processtukken:
1. de dagvaarding van 16 mei 2006;
2. de overgelegde producties;
Omschrijving van het geschil
1. Tussen partijen staat het volgende vast.
[eiseres], thans 38 jaar, is op 11 november 1987 in dienst getreden bij Koni als productiemedewerkster. Laatstelijk verdiende zij € 1912,- bruto per maand exclusief emolumenten en vakantietoeslag.
[eiseres] is op 19 mei 2005 volledig arbeidsongeschikt geworden vanwege een depressie. Zij is sedertdien onder behandeling van een psychiater en een psycholoog / psychotherapeut. De behandeling duurt tot op heden voort.
Op 25 mei 2005 begon zij met werken op therapeutische basis (boven de sterkte) met 2x4 uur per week.
De werkzaamheden werden langzaam uitgebreid en in overleg met [eiseres] werd zij per 15 februari 2006 60% arbeidsgeschikt bevonden. Dat betekende dat [eiseres] 5 ochtenden van 07.45 uur tot 12.30 uur diende te werken.
Zowel in de periode dat [eiseres] werkte op arbeidstherapeutische basis, als ook toen zij inmiddels gedeeltelijk arbeidsgeschikt was bevonden, kwam [eiseres] zeer regelmatig (veel) te laat of soms helemaal niet. Zij is daar talloze keren op aangesproken.
Uiteindelijk heeft Koni bij brief van 20 maart 2006, nadat [eiseres] op 17 maart 2006 niet was verschenen, haar op staande voet ontslagen.
Bij brief van 21 maart 2006 heeft [eiseres] geprotesteerd tegen het ontslag en zich voor 60% beschikbaar gesteld.
De behandelende psychiater en psychotherapeut hebben in een schriftelijke verklaring aangegeven dat een ontregeld dag- en nachtritme en ernstige slaapstoornissen, waardoor [eiseres] dan weer “een gat in de dag slaapt”, behoren bij het ziektebeeld.
Koni heeft de kantonrechter gevraagd de arbeidsovereenkomst voorwaardelijk te ontbinden.
2. [eiseres] heeft gevraagd Koni te veroordelen haar binnen 2 dagen na betekening van het vonnis toe te laten tot de bedongen werkzaamheden op straffe van een dwangsom van
€ 200,- per dag en voorts Koni te veroordelen tot betaling van:
- € 2549,33, zijnde het achterstallige brutoloon over de periode 20 maart tot 1mei 2006;
- €1912,- bruto per maand aan loon voor elke maand dat de arbeidsovereenkomst voortduurt tot aan de datum van rechtsgeldige beëindiging van de arbeidsovereenkomst;
- €450,- buitengerechtelijke kosten;
- de wettelijke rente en de wettelijke verhoging en de kosten van de procedure.
[eiseres] heeft gesteld dat zij steeds een loyale werkneemster is geweest, maar dat zij meent dat haar ziekte niet serieus wordt genomen. Uit angst haar baan te verliezen heeft zij ingestemd met goedkeuring van 60% en de door Koni aangegeven werktijden. [eiseres] meent dat de bedrijfsarts onvoldoende contact heeft gehad met haar behandelende specialisten. [eiseres] meent dat in een bodemprocedure het ontslag zal worden vernietigd nu het gegeven is wegens gedrag dat het gevolg is van haar ziekte.
3. Koni heeft de vorderingen weersproken. Koni heeft aangegeven dat zij veel geduld heeft gehad met [eiseres] en dat het haar nimmer duidelijk is gemaakt, noch door de bedrijfsarts noch door [eiseres] zelf, dat het niet of te laat verschijnen wordt veroorzaakt door slaapstoornissen welke passen in het ziektebeeld van [eiseres].
Beoordeling van het geschil
4. Het is de kantonrechter ambtshalve bekend dat het voorwaardelijk ontbindingsverzoek is afgewezen. [eiseres] heeft derhalve nog steeds een wezenlijk belang bij haar vordering wedertewerkstelling. Nu [eiseres] vanaf 20 maart 2006 geen loon meer heeft ontvangen, heeft zij ook een spoedeisend belang.
5. Gelet op de verklaring van de behandelende psycholoog en psychiater is de kantonrechter voorshands van oordeel dat de kans niet onaanzienlijk is, dat in een bodemprocedure geoordeeld zal worden dat het gegeven ontslag vernietigbaar is, omdat [eiseres] handelen een gevolg is van haar ziekte. In de bodemprocedure zal, mede aan de hand van een “second” of wellicht zelfs “third opinion “ vastgesteld dienen te worden of en in hoeverre [eiseres] gedeeltelijk arbeidsgeschikt is en of Koni de geschikte werkzaamheden (qua omvang, inspanning en tijden) heeft aangeboden. Vooralsnog geeft de verklaring van de (behandelende) psycholoog en psychiater, mede gelet op het lange dienstverband, de doorslag. Dat Koni wellicht in onwetendheid was aangaande de oorzaken van het verslapen, maakt dit oordeel niet anders.
De vorderingen tot de wedertewerkstelling en – kort gezegd - tot betaling van loon zullen dan ook toegewezen worden.
6. De gevorderde buitengerechtelijke kosten zullen niet worden toegewezen, nu niet is gesteld of gebleken dat die werkzaamheden meer omvatten dan het doen uitgaan van 2 korte brieven, welke werkzaamheden mogen gelden als introductie op de onderhavige procedure.
De kantonrechter vindt aanleiding in de gebleken omstandigheden de wettelijke verhoging te matigen tot nihil. De wettelijke rente zal alleen over het salaris over de periode 20 maart tot 1 juni 2006 worden toegewezen, nu overig loon nog niet opeisbaar is.
7. Koni zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure.
Beslissing
De kantonrechter:
treft navolgende voorziening:
veroordeelt Koni binnen 2 dagen na betekening van dit vonnis [eiseres] toe te laten tot de bedongen werkzaamheden op straffe van een dwangsom van € 200,- per (gedeelte) van een dag dat aan dit oordeel geen gevolg wordt gegeven, een en ander met een maximum van € 50.000,-.
veroordeelt Koni aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 4461,33 bruto, terzake loon over de periode 20 maart 2006 tot 1 juni 2006, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der verschuldigdheid tot aan de voldoening;
veroordeelt Koni aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 1912,- bruto per maand aan loon voor elke maand dat de arbeidsovereenkomst voortduurt na 1 juni 2006 tot aan de datum van de rechtsgeldige beëindiging van de arbeidsovereenkomst;
veroordeelt Koni in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [eiseres] bepaald op:
aan explootkosten € 84,07
aan griffierecht € 196,--
aan salaris gemachtigde € 200,--
totale kosten € 480,07
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H.Kemp-Randewijk, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 juni 2006, in aanwezigheid van de griffier.

